Hoe onze bias de discussie over kansenongelijkheid vertroebelt

Stel je voor dat je een potje monopoly speelt tegen één andere speler. Belangrijk detail: jij en je tegenstander spelen niet volgens dezelfde regels. Jij krijgt maar de helft van het startkapitaal waar je tegenstander het spel mee begint. En elke keer als jij ‘start’ passeert, krijg je maar de helft van het bedrag dat je tegenstander krijgt. Tot slot mag je tegenstander óók nog eens met twee dobbelstenen gooien, waardoor hij sneller het bord rond kan gaan. Wie zal er winnen? 

Je verliest natuurlijk kansloos, zoals verwacht. Tot je verbazing hoor je na afloop je tegenstander trots aan een ander uitleggen hoe hij jou dankzij zijn slimme keuzes heeft verslagen. Hoe komt hij erbij?! 

Je bent misschien verbijsterd, maar dit heeft te maken met iets typisch menselijks, namelijk de self serving bias. En deze bias laat niet alleen van zich horen bij een bordspelletje, maar beïnvloedt ook een grote maatschappelijke kwestie: kansenongelijkheid.

Kansenongelijkheid is moeilijk om te erkennen

Hoe succesvol je bent hangt niet alleen af van je talent en hoe hard je werkt, ook toeval speelt een belangrijke rol. De plek waar je geboren bent, hoe rijk je ouders zijn en je geslacht hangen samen met hoeveel geld je later verdient.1 En het gaat om meer dan alleen maar geld. Een lager inkomen hangt namelijk ook samen met serieuze gevolgen voor je gezondheid.2

Het probleem van kansenongelijkheid wordt de laatste jaren steeds serieuzer genomen. Maar met de toegenomen aandacht voor kansenongelijkheid, zien we ook weerstand. Lang niet iedereen erkent dat het probleem überhaupt bestaat. Dat maakt het natuurlijk moeilijker om toe te werken naar een samenleving met eerlijkere kansen. Waarom is het zo moeilijk om te erkennen dat er kansenongelijkheid is? Laten we om die vraag te beantwoorden eerst eens een deep dive nemen in menselijk gedrag. 

Onvoldoende? Dan zat het tentamen niet goed in elkaar

Te beginnen bij ons brein. Een mens is geen computer die informatie objectief verwerkt. Onze perceptie van de wereld om ons heen is gekleurd door allerlei biases. Die helpen ons om sneller en makkelijker keuzes te maken in een wereld waarin er tal van prikkels op ons afkomen. Hartstikke handig, maar deze biases vertroebelen ook onze waarnemingen en gedachten. Daardoor zijn we lang niet altijd even objectief of neutraal als we zelf denken. Eén van die biases is de self serving bias.

Deze bias zorgt ervoor dat mensen gunstige conclusies trekken over zichzelf. We hebben namelijk de neiging om succes vooral aan onszelf toe te schrijven, maar als er wat mislukt geven we liever iets anders de schuld. Als we een goede prestatie hebben geleverd dankzij hard werk én een fikse dosis geluk, dan concluderen we vooral dat we succesvol waren dankzij ons harde werk en staan we minder stil bij de mazzel die we hadden. 

De meeste wetenschappers wijten het bestaan van de self serving bias aan onze fundamentele behoefte om ons goed te voelen over onszelf.3 Een positief zelfbeeld en zelfvertrouwen is belangrijk: het zorgt er bijvoorbeeld voor dat we beter om kunnen gaan met stress of angst.

De self serving bias zien we overal terug, in allerlei situaties. Al in 1958 kwamen psychologen deze bias op het spoor dankzij de Oostenrijkse psycholoog Heider.4 Sindsdien is uit talloze onderzoeken gebleken dat de bias in allerlei situaties optreedt. Zo concluderen studenten die een goed cijfer haalden, dat het tentamen een goede afspiegeling gaf van hun kennis, in tegenstelling tot studenten die slecht presteerden.5 Worstelaars die een wedstrijd wonnen, trokken de conclusie dat het vooral aan henzelf lag, terwijl de verliezers juist concludeerden dat ze er weinig aan konden doen.6 En iemand die een oneerlijk potje monopoly wint, concludeert dat hij het spelletje slim gespeeld heeft.7

Puur toeval of je eigen verdienste?

De self serving bias speelt niet alleen maar op bij een tentamen of een spelletje, maar ook bij grote, belangrijke ontwikkelingen in iemands leven. In 2005 lanceerde de Ethiopische regering een project om de leefomstandigheden te verbeteren in de hoofdstad Addis Ababa. Een groot deel van de bevolking van Addis Ababa leefde namelijk in sloppenwijken. De regering bouwde nieuwe woningen, die met flinke subsidies betaalbaar werden gemaakt. De vraag naar de woningen was gigantisch, groter dan het aantal woningen dat beschikbaar was en dus werd er geloot. Puur toeval bepaalde dus of je een woning kreeg toegewezen. Als je won, verbeterden niet alleen je leefomstandigheden, maar je had ook in één klap financieel vermogen, omdat je een huiseigenaar werd.

Onderzoekers gebruikten het project om te achterhalen wat het effect was van het toegewezen krijgen van een woning. Wat bleek? Na het winnen van de loterij, waren mensen meer geneigd om armoede toe te schrijven aan persoonlijke eigenschappen en minder aan geluk.8 Oftewel: als je arm bent, ligt dat vooral aan jezelf. Dit terwijl zij wisten dat hun eigen (enorme) sprong in vermogen het gevolg van een loterij was. De self serving bias speelt op bij een enorm belangrijke gebeurtenis in iemands leven, zélfs wanneer het duidelijk is dat puur toeval de doorslaggevende factor was.

Mijn eigen verdienste, dus mijn beloning is terecht

Mensen zijn dus in staat om succes door puur toeval te zien als een knappe prestatie. Maar de gevolgen van de self serving bias kunnen nog verder reiken. De bias beïnvloedt namelijk ook of men het eerlijk vindt om inkomen te herverdelen. Tijdens een experiment verdienden proefpersonen een geldbeloning voor hun prestaties tijdens verschillende opdrachten. Of ze goed presteerden, was afhankelijk van toeval: ze kregen willekeurig een makkelijke of moeilijke variant van de opdrachten toegewezen. De self serving bias trad op: proefpersonen die goed presteerden, vonden dat hun goede prestatie vooral aan hun eigen inzet lag. Vervolgens bleek dat de proefpersonen die hun hogere beloning (onterecht) toeschreven aan hun eigen kunnen, na afloop minder bereid waren om hun geldbeloning te delen met proefpersonen die minder geld hadden verdiend.9

Uit het onderzoek naar de Ethiopische woningloterij bleek iets vergelijkbaars. De loterijwinnaars bleken namelijk fellere tegenstanders van belastingen voor huiseigenaren.8 Vanwege de self serving bias wijten de loterijwinnaars hun plotsklaps verkregen vermogen (onterecht) aan hun eigen handelen, in plaats van aan toeval. Daarom vinden ze het eerlijk dat ze geen belasting hoeven te betalen over dat vermogen. Ze hebben het immers ‘verdiend’. Oftewel, dankzij de self serving bias onderschatten we het belang van mazzel bij ons succes en dus vinden we het terecht dat we meer beloond worden dan anderen. 

Zo vertroebelt de self serving bias ons beeld van kansenongelijkheid. Als je succesvol bent, houdt je brein je een beetje voor de gek. Daardoor wordt het héél moeilijk om te kunnen zien of je ook simpelweg mazzel hebt gehad. Je hebt vooral het idee dat je harde werk en talent je succes hebben opgeleverd. En als jij succesvol bent omdat je je best hebt gedaan, dan kunnen anderen dat toch ook? Dit maakt het moeilijk om te erkennen dat er kansenongelijkheid bestaat. En het zorgt er voor dat succesvolle mensen eerder tegenstander zijn van maatregelen die gelijke kansen stimuleren.

Onze bias is menselijk én functioneel

We kunnen mensen niet kwalijk nemen dat ze niet zomaar inzien dat hun succes ook van een dosis geluk afhankelijk is. Het is namelijk typisch menselijk. Bovendien is het functioneel. Om succesvol te zijn moet je namelijk wél dingen proberen. Als je het idee hebt dat je succes vooral afhankelijk is van toeval, ga je eerder bij de pakken neerzitten. Daarnaast is het ook gezond om je goed te voelen over jezelf en je eigen prestaties. De self serving bias blijkt bijvoorbeeld minder sterk te zijn bij mensen die last hebben van een depressie of angststoornis.10

Mensen kunnen dus verschillen in de mate waarin de self serving bias hen beïnvloedt, maar iedereen is er vatbaar voor.9 Daarom kan de self serving bias de polarisatie in de samenleving vergroten. De bias beïnvloedt namelijk niet alleen succesvolle mensen, maar ook mensen die minder succes in het leven hebben. Iemand die succesvol is, ziet vooral de invloed die hij daar zelf op heeft gehad. Maar iemand die minder succesvol is, zal de oorzaak eerder buiten zichzelf zoeken. Dat maakt de discussie over kansenongelijkheid per definitie een moeilijke.

De discussie is moeilijk, maar niet kansloos. We kunnen namelijk effectiever toewerken naar een eerlijkere samenleving, als we onze bias weten te omzeilen. In een studie lieten onderzoekers hun proefpersonen de herverdeling van inkomen in een denkbeeldige samenleving bepalen. De proefpersonen stonden zelf volledig buiten die denkbeeldige samenleving: hun beslissingen over de herverdeling van inkomen, hadden voor henzelf dus geen gevolgen. Dat betekent dat ze zónder invloed van de self serving bias hun keuzes maakten. Wat bleek? Als de inwoners van de denkbeeldige samenleving vooral rijk werden vanwege toeval, vonden de proefpersonen het eerlijker om inkomen gelijkmatiger te herverdelen.11 Oftewel, een samenleving waarin mensen per toeval rijk worden, vinden we niet eerlijk.

Hoe moeten we omgaan met onze bias?

Als we ons bewust worden van onze bias, dan kunnen we mogelijk ook in ‘de echte wereld’ scherper zien welke rol toeval speelt bij succes in het leven. En als dat lukt, kunnen we effectiever werken aan eerlijkere kansen. Daarnaast is het belangrijk om rekening te houden met de gevolgen van de bias voor mensen die minder succesvol zijn. Hoe vaker iets mislukt, hoe vaker je dankzij de self serving bias de oorzaak namelijk buiten jezelf zoekt. En als je vaak het idee hebt dat het niet uitmaakt wat je doet, dan wordt het steeds moeilijker om dingen te blijven proberen. Voor mensen die het moeilijk hebben, maakt de bias het dus éxtra moeilijk om stappen te zetten die nodig zijn om weer op te krabbelen. Oftewel, het doenvermogen staat onder druk.

Mensen die moeite hebben om succes te boeken, kunnen daarom juist wat extra hulp gebruiken. Zij krijgen immers, dankzij de bias, het gevoel dat het weinig uitmaakt wat ze proberen. Als we de logica van de self serving bias volgen, is dat gelukkig eenvoudig te doorbreken. Want als we mensen helpen en succeservaringen laten beleven, zullen ze dat succes juist eerder aan hun eigen toedoen toeschrijven. Ook al kregen ze daarbij een boel hulp of een klein duwtje in de juiste richting. Zo’n duwtje is dus veel waard, want je stelt mensen er mee in staat om daarna weer op eigen houtje in actie te komen.

Wil je weten hoe je mensen succeservaringen kan laten beleven? En ben je benieuwd hoe je beleid en communicatie inzet om kwetsbare groepen te helpen? Of wil je een keer vrijblijvend sparren over doenvermogen en hoe je daar in de praktijk rekening mee houdt? Neem contact op met Kaj Bots via kaj@gedragsverandering.nl.

Bronnen

[1] Tieleman, J. (2020, 10 oktober). Eens een dubbeltje, altijd een dubbeltje? De Volkskrant. https://www.volkskrant.nl/kijkverder/v/2020/eens-een-dubbeltje-altijd-een-dubbeltje~v393725/
[2] Tieleman, J., & Witteman J. (2020, 10 oktober). Bepaalt waar je geboren bent echt je kansen in het leven? De Volkskrant. https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/bepaalt-waar-je-bent-geboren-echt-je-kansen-in-het-leven~bc55f410/?referrer=https://kansenmonitor.nl/
[3] Campbell, W. K., & Sedikides, C. (1999). Self-threat magnifies the self-serving bias: A meta-analytic integration. Review of general Psychology3(1), 23-43.
[4] Heider, F. (1958). The Psychology of interpersonal relations. New York: Wiley.
[5] Blaine, B., & Crocker, J. (1993). Self-esteem and self-serving biases in reactions to positive and negative events: An integrative review. Self-esteem, 55-85.
[6] De Michele, P.E., Gansneder, B. & Solomon, G. B. (1998). Succes and failure attributions of wrestlers: Further evidence of the self-serving bias. Journal of Sport Behavior, 21 (3), 242-255.
[7] https://www.youtube.com/watch?v=bJ8Kq1wucsk Paul Piff (Ted) – Does money make you mean?
[8] Andersen, A., Franklin, S., Getahun, T., Kotsadam, A., Somville, V., & Villanger, E. (2020). Does wealth reduce support for redistribution? Evidence from an Ethiopian housing lottery. NHH Dept. of Economics Discussion Paper, (18).
[9] Deffains, B., Espinosa, R., & Thöni, C. (2016). Political self-serving bias and redistribution. Journal of Public Economics134, 67-74.
[10] Mezulis, A. H., Abramson, L. Y., Hyde, J. S., & Hankin, B. L. (2004). Is there a universal positivity bias in attributions? A meta-analytic review of individual, developmental, and cultural differences in the self-serving attributional bias. Psychological bulletin130(5), 711.
[11] Nettle, D., & Saxe, R. (2020). Preferences for redistribution are sensitive to perceived luck, social homogeneity, war and scarcity. Cognition198, 104234.

Deel dit artikel

Facebook
Twitter
LinkedIn

Downloading new knowledge

Mis geen waardevolle inzichten meer! Schrijf je in en ontvang artikelen en andere informatie over de psychologie van gedragsverandering, ons perspectief op gedrag, beïnvloedingstechnieken, best-practices en nog veel meer.

Je kunt je op elk moment weer afmelden. Wij gaan zorgvuldig met je emailadres om en zullen nooit spam versturen. Bekijk ook onze privacyverklaring.

Reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *