35 jaar geleden schreef Garrett Hardin het wereldberoemde artikel The Tragedy of the Commons (1968). Het artikel vertelt het verhaal van een groep boeren die gezamenlijk een stuk weide onderhoudt, waar zij hun koeien laten grazen. Elke boer is vooral gericht op het eigenbelang en laat zoveel mogelijk koeien grazen om daarmee inkomsten voor zichzelf te genereren. Hierdoor raakt de weide, het gemeenschappelijke goed, uiteindelijk uitgeput. Hardin wilde hiermee betogen dat het eigenbelang altijd vóór het collectieve belang gaat.
Uit Hardins mensbeeld spreekt weinig hoop, en het gaat ook zeker niet altijd op. Maar, stelt evolutionair psycholoog Mark van Vugt in zijn betoog Averting the Tragedy of the Commons (2009), het vangt wel mooi de sociale dynamiek die onderliggend is aan ecologische uitdagingen van deze tijd. Eén daarvan is de energietransitie.
Hierover spreken we Martijn Messing, programmamanager ‘sociale innovatie in de energietransitie’. Zijn boodschap? Als we leven in tijden van schaarste is het wél belangrijk om scherp te zijn op een verschuiving van de focus van het groepsbelang naar eigenbelang. En daarbij is het begrijpen van menselijk gedrag cruciaal.
Gedragsarmoede
De energietransitie is een van de grootste uitdagingen van deze tijd. We streven naar een wereld die draait op hernieuwbare energie: gebruikmakend van natuurkrachten zoals zon, wind en water. Natuurlijke hulpbronnen die toebehoren aan de mensheid, en de volledige mensheid kunnen voorzien van energie. Een ambitieus maar haalbaar doel, als we het op de juiste manier aanpakken. Maar hoe? ‘Naast betaalbaarheid en techniek zijn emoties belangrijk,’ vertelt Messing, ‘maar bij elk initiatief waar ik was ging het om techniek en geld, en nog niet om gedrag.’
Messing zag tientallen energieprojecten voorbijkomen binnen het programma ‘sociale innovatie in de energietransitie’ (een samenwerking van Provincie Brabant en Enpuls). Zijn bevinding: de regie van de overheid ontbreekt. En als regie ontbreekt, zwaait de sterkste de scepter. Dat is een van de redenen waardoor vele gezinnen op dit moment bezwijken onder energiearmoede.
Tegenwoordig is energiearmoede hét onderwerp van gesprek als het over de energietransitie gaat. En niet voor niets: het lijkt bijna een contradictie dat een transitie naar een mooiere wereld hand in hand gaat met minder welvaart. Maar dat hoeft niet. Laten we het namelijk eens hebben over waar het eigenlijk mis gaat: aan de tekentafel. Kennis van menselijk gedrag is van fundamenteel belang als we effectief beleid willen maken om de energietransitie aan te pakken, maar die kennis is nu nog vaak afwezig. Oftewel: de energietransitie heeft last van gedragsarmoede.
‘Rijke mensen komen in beweging’
Menselijk gedrag ligt ten grondslag aan elke uitdaging van deze tijd. En toch ligt de focus binnen de energietransitie nog steeds sterk op techniek, innovatie en een wirwar van wetten en regels. Een systeem dat is bedacht met het woord ‘efficiëntie’ in de kielzog, want tijd is geld. En dat is een gedachte die uiteindelijk niet opgaat. Het huidige systeem zorgt namelijk voor weerstand bij burgers, terwijl zij juist in beweging moeten komen. En die weerstand verzachten: dat kost pas tijd.
Ook Messing ziet dat: ‘Natuurlijk kun je gedrag sturen, maar er ligt iets onder. De overheid snapt niet waarom mensen reageren zoals ze reageren. Dus wat doet de overheid? Eerst voeren ze allerlei maatregelen door en dan moet iedereen dat maar accepteren.’ Burgerparticipatie staat hoog in het wensenlijstje van de overheid, maar dat komt in de praktijk vaak neer op het opvangen van weerstand. Omdat het huidige beleid vooral is gericht op het aanmoedigen van burgers om nieuwe maatregelen en technieken simpelweg te accepteren.
Van meer naar minder comfort De huidige energietransitie staat in groot contrast met de vorige energietransitie, toen we juist allemaal overgingen op gas, ziet Sumitra Schipper, Communicatieadviseur Energietransitie binnen Provincie Drenthe. ‘Toen werd het er alleen maar comfortabeler op: mensen hadden ineens een verwarming. De huidige energietransitie vraagt juist heel veel van mensen: ze moeten ineens vanalles. Het wordt er helemaal niet makkelijker op.’ Provincie Drenthe ontwikkelde in samenwerking met D&B een campagne om Drenten aan te zetten tot stappen binnen de energietransitie. Sumitra: ‘Ik kwam tot het inzicht dat je alle drempels weg moet halen, willen inwoners stappen zetten. Je kunt ze wel motiveren en daar communicatie op inzetten, maar als er nog te veel hobbels op de weg liggen, slaan inwoners die weg niet in.’ |
Er worden talrijke campagnes en gedragsinterventies ingezet om mensen hun huis te laten verduurzamen en er worden subsidies uitgedeeld zodat huiseigenaren zonnepanelen aanleggen of een warmtepomp aanschaffen. Het gedachtegoed dat je met elke grote verandering te maken hebt met menselijk gedrag is inmiddels wel doorgedrongen tot de knappe koppen aan het roer, maar of het ook op de juiste manier wordt ingezet valt nog te betwijfelen.
Want wie komen er namelijk in beweging? ‘Rijke mensen: degenen die geld hebben of de ruimte hebben om geld te lenen’, stelt Messing. ‘Stel je voor dat je net een kinderkamer moet inrichten, dan is extra geld lenen geen optie. Maar denk ook aan mensen die de cognitieve ruimte en mogelijkheid niet hebben om subsidie aan te vragen, of mensen zonder geschikte woning, waar zonnepanelen überhaupt op passen.’
Messing: ‘De burger heeft een bondgenoot nodig in plaats van een vijand die alles over hem heen strooit.’
Bij de doelgroep die niet over geld of mogelijkheden beschikt, worden energiecoaches langs de deuren gestuurd. Deze coaches proberen met gesprekken, flyers en vouchers tot deze groep mensen door te dringen: een nobele, maar zware taak. ‘Als je aan het overleven bent en je krijgt een energiezuinige koelkast, zet je die te koop op Marktplaats, want je hebt geld nodig’, vertelt Messing. ‘Deze doelgroep prefereert korte termijn inkomsten boven een besparing die ze kunnen realiseren op de lange termijn.’
Volgens Messing zou deze aanpak in de praktijk zelfs tot méér energiearmoede kunnen leiden. ‘Als iedereen zonnepanelen zou plaatsen en warmtepompen zou installeren, kan het elektriciteitsnetwerk dat namelijk niet aan. Het gevolg? De netbeheerder moet verzwaren, waardoor de energierekening hoger wordt, juist ook voor mensen met minder geld.’
What’s in it for me?
Is dit de comeback van de Tragedy of the Commons? Messing denkt deels van wel: ‘Individuen zijn zoekende: hoe verlaag ik mijn energierekening? ‘Ik’ gaat dan voor ‘wij’. Mensen die je bereikt, handelen grotendeels vanuit eigenbelang boven het collectieve belang.’ Zeker wanneer mensen in cognitieve schaarste zitten. Dat wil zeggen: als mensen andere (belangrijkere) zaken aan hun hoofd hebben, zoals elke dag eten op tafel zetten.
De focus op het zelf en het eigenbelang is een van de psychologische instincten die duurzaam gedrag kan tegenhouden, volgens van Vugt: mensen bekommeren zich in de kern vooral om zichzelf en relevante anderen. De drijfveer om mee te gaan in de energietransitie is voor veel mensen dan ook niet altijd duurzaamheid, maar eerder kostenbesparing voor hun gezin. Want als het er uiteindelijk op neerkomt staat dat gezin op één. Van Vught (2013) beschrijft daarnaast andere instincten die ervoor zorgen dat mensen geen duurzaam gedrag vertonen: mensen focussen zich op het heden in plaats van op de toekomst, zijn statusgericht, kopiëren het gedrag van mensen om zich heen en ten slotte is ons oerbrein ‘niet gewend om om te gaan met langdurige mondiale milieuproblemen’.
Gebruik instincten als heipalen
Dit is geen nieuwe informatie, en toch klinkt de stem van gedragspsychologen pas aan het einde van het proces, op het moment dat de burger zich moet aanpassen. En dat is waar de gedragsarmoede erin sluipt. Er wordt geïntervenieerd vanuit een bestaand systeem van beleid en wet- en regelgeving, in plaats vanuit de leefwereld van de mensen die uiteindelijk moeten veranderen. De plek van deze mensen in het systeem wordt over het hoofd gezien.
‘Als we de hele samenleving in zo’n grote transities willen meenemen, dan heeft de burger een bondgenoot nodig in plaats van een vijand die alles over hem heen strooit,’ aldus Messing. De opgave is nu voor veel burgers nog te complex. ‘Zelfs als je je zorgen maakt over klimaatverandering en je steentje wilt bijdragen, kan het schip stranden als je een keuze moet maken tussen vijf verschillende offertes met allerlei mogelijkheden.’
Wij pleiten dan ook voor het integreren van gedragskennis aan de basis, daar waar beleid, wetten en regels worden gemaakt. Zie de psychologische instincten van de mens als de heipalen waarop de toren moet worden gebouwd waarin beleidsmakers, energiecoöperaties en burgers de energietransitie realiseren. Van Tragedy of the Commons naar Energy of the Commons.
Ik-denken vs. wij-denken Er is geen kant-en-klare oplossing, maar één kansrijke richting is het ik-denken overwinnen door het wij-denken. Messing is daarom op zoek naar een manier waarbij de overheid het klein kan maken op een gemeentelijke schaal. Met het klein maken doelt Messing op collectieve initiatieven op wijkniveau: ‘Door wijkgericht te werken dwingen we onszelf om het ik-denken om te buigen naar het wij-denken.’ Wijkgericht werken betekent gebruikmaken van zogenaamde buurtenergie, ‘er zit namelijk een wisselwerking tussen de keuzes van het individu en het geheel op wijkniveau’, vertelt Messing. Door met de wijk te inventariseren wie welke mogelijkheden heeft voor verduurzaming, kunnen buurtbewoners elkaar voorzien van energie. ‘Sommige wijken zullen zelf heel ver komen, doordat er genoeg ruimte is voor bijvoorbeeld zonnepanelen. Andere wijken zullen elders nog wat moeten lenen.’ ‘Het wij in plaats van het ik voorop stellen is hard werken,’ stelt Messing, ‘maar het is wel een randvoorwaarde.’ Het is een transitie die hand in hand gaat met de energietransitie. Door mensen aan de voorkant te betrekken neem je ze mee in het proces. Ze zijn immers onderdeel van het proces. De psychologische instincten van de mens sturen nog steeds voor het grootste gedeelte hun gedrag. Door op wijkniveau mensen vanaf de start mee te nemen, creëer je wij-denken: ‘Hoe gaan we samen de transitie maken naar een energieneutrale wijk?’ Dan komt er ook ruimte om stapje voor stapje individueel korte termijn denken te verlengen naar collectief lange termijn denken. |
Wil je verder praten over de rol van menselijk gedrag in de energietransitie? Of tips krijgen om gedragsverandering een plek te geven in je beleidsprogramma’s rondom de energietransitie? Neem vrijblijvend contact op met Luuk Bos via luuk@gedragsverandering.nl.
Bronnen:
Hardin, G. (1986). The Tragedy of the Commons. Science, 162(3859), 1243-1248.
Provincie Noord-Brabant & Enpuls. (2022). 7 succesfactoren voor een haalbare en betaalbare warmtetransitie: uitgaan van het belang van de bewoners is de basis voor succes. https://publicaties.brabant.nl/warmtetransitie
Van Vugt, M. (2009). Averting the Tragedy of the Commons: Using Social Psychological Science to Protect the Environment. Current Directions in Psychological Science, 18(3), 169–173.
Van Vugt, M. (2013). ‘Duurzaamheid gaat tegen onze psychologische instincten in’. De Volkskrant.